http://www.versvak.nl/media-communicatie/mediaopvoeding-en-digitale-geletterdheid/
De afgelopen jaren is duidelijk geworden dat het belangrijk is
dat kinderen en jongeren mediawijs en digitaal geletterd zijn. In onze huidige
digitale en op kennis gebaseerde samenleving zijn dergelijke online vaardigheden
onmisbaar, zowel voor het welzijn kinderen en jongeren als voor hun toekomstige
maatschappelijke carrière. Onder digitale geletterdheid worden vaardigheden
verstaan zoals het kunnen vinden van de juiste informatie online en het juist
inschatten van de betrouwbaarheid van nieuwsbronnen online. Dergelijke vaardigheden
worden ook wel aangeduid met de term digitale informatievaardigheden. Een voor
de hand liggende manier voor het stimuleren van deze vaardigheden, en daarmee digitale
geletterdheid, is media-educatie, zowel door ouders als scholen. Maar het lijkt
allemaal nog niet mee te vallen. ‘Meer les maakt je niet ‘mediawijzer’’ kopte
het NRC namelijk afgelopen november (NRC, 17 november 2017). De boodschap was
dat jongeren helemaal nog niet zo digitaal geletterd zijn als zij zelf denken
en dat het opleidingsniveau van de ouders bepalender is voor de digitale
informatievaardigheden van kinderen en jongeren dan de medialessen op school.
Hoe kan dat nou?
Ouders en de digitale
kloof
Dat het opleidingsniveau van ouders bepalender is voor de
mate van digitale geletterdheid van jongeren dan school is niet zo verrassend. Ten
eerste begint de invloed van ouders al ruim voordat kinderen naar school gaan. En
die invloed betreft natuurlijk niet alleen digitale informatievaardigheden, maar
bijvoorbeeld ook de leesprestaties van kinderen. Kinderen van hoogopgeleide
ouders starten met een voorsprong op school en behouden deze vaak gedurende de
schoolloopbaan. Daarnaast brengen kinderen nog altijd meer tijd thuis door dan
op school en staat het mediaonderwijs op scholen vaak nog in de kinderschoenen.
Kortom, kinderen uit hoger opgeleide gezinnen beschikken over meer digitale
informatievaardigheden dan hun leeftijdsgenoten met lager opgeleide ouders en
dit is een wereldwijd gegeven (Notten et al., 2009). Deze ongelijkheid in
digitale vaardigheden, zowel bij kinderen als volwassenen, wordt in de
literatuur ook wel aangeduid als de “digitale divide”. Deze zogenaamde digitale kloof is niet nieuw
hoor, het is sinds de opkomst van het internet al een bekend verschijnsel. En deze
digitale kloof is, net als sociale ongelijkheid in het algemeen, behoorlijk
hardnekkig.
Ouders en digitale
geletterdheid
Interessant
is de vraag waarom kinderen van hoger
opgeleide ouders meer digitaal geletterd zijn dan kinderen uit lager opgeleide
gezinnen. Wat doen die hoger opgeleide ouders nu eigenlijk in hun opvoeding als
het gaat om digitale geletterdheid?
In het
algemeen gebruiken hoger opgeleide ouders zelf meer complexe digitale functies en
hebben zij zelf ook meer digitale informatievaardigheden dan lager opgeleide
ouders. Dit komt bijvoorbeeld doordat hoger opgeleide ouders meer jaren
onderwijs hebben genoten, waarin ook hun digitale
informatievaardigheden getraind zijn. Maar ook omdat zij vaak beroepen hebben
waarin dergelijke vaardigheden dagelijks toegepast worden. Ouders geven met hun
eigen mediagebruik een bepaald voorbeeld aan
hun kinderen, veelal onbewust, maar daarom niet minder effectief. Daarnaast
zijn hoger opgeleide ouders ook actiever betrokken bij het begeleiden van het mediagebruik van hun kinderen. Ze leggen vaker
uit hoe je bepaalde informatie kunt vinden, houden de online privacy meer in de
gaten, en hebben vaker regels thuis als het gaat om het mediagebruik van hun
kinderen. Tot slot is ook het media-aanbod
verschillend in gezinnen: in gezinnen met hoger opgeleide ouders zijn vaker
boeken aanwezig, maar er staat bijvoorbeeld minder vaak een beeldscherm in de
kinderslaapkamer dan in gezinnen met lager opgeleide ouders.
In hun zoektocht naar het stimuleren van digitale
geletterdheid lijken ouders en scholen vooral gericht op digitale toepassingen.
Dat is natuurlijk belangrijk, maar niet het enige dat telt. Als het gaat om digitale
geletterdheid spelen ook de ‘traditionele’ ofwel ‘offline’ leesopvoeding en leesvaardigheden
een belangrijke rol. Er is namelijk een sterk verband tussen offline geletterdheid,
zoals het lezen van boeken, en online, ofwel digitale, geletterdheid.
Uit recent onderzoek
naar de digitale informatievaardigheden van jongeren uit 13 verschillende
landen (Notten & Becker, 2017) blijkt dat jongeren die goed offline kunnen
lezen ook digitaal informatievaardiger zijn Ze zoeken online meer informatie en
lezen meer online nieuws dan kinderen die weinig lezen of die lezen niet leuk vinden.
Voor digitale geletterdheid blijkt de traditionele offline geletterdheid een
belangrijke voorwaarde.
Maar de
meest opvallende bevinding is toch wel dat de traditionele vroege lees- en
taalopvoeding thuis - zoals voorlezen en woordspelletjes doen - een belangrijke
rol speelt bij het ontwikkelen van digitale geletterdheid. En deze relatie
blijft sterk, ongeacht het opleidingsniveau van de ouders, het digitale aanbod
in het ouderlijk huis, het leesgedrag van de jongeren of het land waarin zij
wonen De vroege lees- en taalopvoeding thuis stimuleert de digitale
geletterdheid en helpt jongeren om ook online hun weg te vinden.
Deze kennis is relevant voor ouders en scholen. Belangrijk
is hierbij de bewustwording dat voor kinderen (en ouders) met minder goede
leesvaardigheden het aanleren van digitale informatievaardigheden een extra
uitdaging is. Kortom, naast de binnenkort belangrijke en verplichte medialessen
op school blijft de traditionele offline leesbevordering en de bekende ‘voorleesouder’,
zowel op school als thuis, van grote waarde.
Tot slot
Ouders
hebben veel invloed op de ontwikkeling van hun kind, ook als het gaat om
digitale geletterdheid. Maar er
zijn grote verschillen tussen gezinnen. Dit benadrukt de relevantie van media-educatie
op bijvoorbeeld scholen en in bibliotheken, om alle kinderen de kans te bieden
digitaal geletterd te worden. Daarnaast is het belangrijk dat mediaopvoeding
niet alleen gaat over digitale media: thuis al op jonge leeftijd lees-
en taalvaardigheden stimuleren is nog steeds - of misschien wel in toenemende
mate - van belang voor het ontwikkelen van digitale geletterdheid. Ook is het
goed bewust te zijn van het feit dat in onze huidige op kennis gebaseerde samenleving
laaggeletterdheid - offline en online - een belangrijke risicofactor is,
zowel voor het welzijn van ouders als voor de ontwikkeling van hun kinderen.
Referenties:
Monitor Nationaal Media Paspoort (2016). Wetenschappelijke raad
Nationaal Mediapaspoort. https://www.nationaalmediapaspoort.nl/images/pdf/Monitor%20Nationaal%20Media%20Paspoort%202016.pdf
Notten, N.,
Peter, J., Valkenburg, P. & G. Kraaykamp (2009). Research note:
Digital Divide Across Borders: A Cross-National Study of Adolescents’
Use of Digital technologies. European Sociological Review, 25 (5), 551-560.
Notten, N., (2012). Over ouders en leesopvoeding. Stichting Lezen reeks 21, Eburon Delft.
Notten, N. & B. Becker
(2017). Early home literacy and adolescents’ online reading behavior in
comparative perspective. International Journal of Comparative Sociology http://journals.sagepub.com/doi/pdf/10.1177/0020715217735362