zondag 10 januari 2016

Oog in oog met een gescheiden of alleenstaande ouder

Onderstaande is een bewerking van een e-mailwisseling. Het is een stukje zelfreflectie, maar misschien ook bruikbaar voor anderen bij het interpreteren van wetenschappelijk onderzoek.

Beste ….,
Gister vertelde ik je dat ik onderzoek doe naar opvoeding en ongelijkheid, en we spraken kort over hoe jij je alleenstaand ouderschap ervaart en je twijfels daarbij. Wat voor invloed dat zou hebben op je dochter, of je haar genoeg mee kunt geven. Uit mijn eigen en ander onderzoek weet ik dat je overdenkingen terecht zijn: kinderen uit gescheiden en eenouder gezinnen doen het over het algemeen minder goed. Ze presteren bijvoorbeeld minder goed op school en hebben meer kans op het vertonen van risicogedrag dan kinderen uit tweeouder gezinnen. Maar dit is niet zo’n leuke boodschap om mee te geven. Zeker niet als je oog in oog staat met een sympathieke gescheiden of alleenstaande ouder. Dus dat heb ik gister dan ook niet gedaan. Maar dit heeft mij wel aan het denken gezet.

Regelmatig sta ik namelijk voor een groep mensen: van wetenschappers en studenten tot media coaches en bibliotheekmedewerkers. En dan vertel ik deze feiten wel. Dat kinderen uit gescheiden/eenoudergezinnen tot de risicogroep behoren, en dat kinderen uit dergelijke gezinnen minder kansen hebben en krijgen in onze samenleving. Voor een min of meer anoniem publiek is dat op zich geen probleem om te vertellen, maar in ieder publiek zal toch minstens een handjevol van deze “risico-ouders” zitten. En de door mij verkondigde boodschap moet toch op zijn minst vervelend zijn om te horen. Dus heb ik gister nagedacht over hoe hier mee om te gaan. En ik denk dat ik voor mijzelf, en ik hoop ook voor de gescheiden en alleenstaande ouder die dat op prijs stelt, een weg heb gevonden.

1.       We weten dat gescheiden en alleenstaande ouders hun kinderen een minder “brede” of “gunstige” opvoeding kunnen bieden dan ouders die samen zijn. Oftewel, alleenstaande ouders hebben minder hulpbronnen die zij over kunnen dragen op hun kinderen. Dit heeft een aantal oorzaken. Alleenstaande ouders hebben nu eenmaal minder tijd voor opvoedingsactiviteiten, omdat zij taken niet kunnen delen met een partner. Maar vaak spelen er ook andere zaken een rol: financiĆ«le problemen, stress, emotionele problemen, etc.  Dus het is niet zozeer het feit dat een ouder gescheiden is of alleenstaand waardoor kinderen minder hulpbronnen meekrijgen van huis uit. Het zijn de hiermee gepaard gaande factoren. Maar dit geldt natuurlijk niet voor alle alleenstaande en/of gescheiden ouders. Bij empirisch wetenschappelijk onderzoek hanteren we altijd een marge van zo’n 5%: dus hoewel de bevindingen voor het merendeel gelden zijn er altijd ouders uit de “risicogroep” die dus niet aan dit plaatje voldoen. En wellicht zijn dat net die aardige ouders die ik persoonlijk ontmoet.

2.       Maar er is ook nog een andere interpretatie. In sociologisch onderzoek naar opvoeding en de gevolgen daarvan bekijken we meestal een aantal gezinskenmerken tegelijk. Dus we kijken naar de gezinssamenstelling (eenouder vs. tweeouder), maar ook naar het opleidingsniveau van de ouder, naar de beroepsstatus, de leesvaardigheden, etniciteit, betrokkenheid, etc.
Ik mijn onderzoek kijk ik vaak naar de invloed van opvoeding op schoolresultaten. Hieruit blijkt dat kinderen uit gescheiden gezinnen minder goede resultaten behalen, maar ook dat kinderen van hoog opgeleide ouders of ouders die bijvoorbeeld veel voorlezen of betrokkenheid tonen juist betere resultaten behalen. Nu kan dit ook betekenen dat het negatieve effect van echtscheiding gecompenseerd wordt door de andere kenmerken van de ouder. Wanneer je dit voorbeeld uitwerkt in een eenvoudige rekensom ziet het er zo uit: echtscheiding ouders + opleidingsniveau ouder + voorlezen ouder + ouderbetrokkenheid= opleidingssucces kind. Als echtscheiding dan negatief is en de andere kenmerken zijn positief kan het uiteindelijk zo zijn dat kinderen met alleenstaande ouders niet slechter presteren op school dan kinderen uit tweeouder gezinnen waarvan de ouders een laag opleidingsniveau hebben en/of waar weinig voorgelezen wordt en/of waar ouders minder betrokken zijn bij de ontwikkeling van hun kind.

Dus…  ja, echtscheiding en/of alleenstaand ouderschap heeft een negatief effect, maar of je kind er werkelijk last van heeft in maatschappelijk opzicht hoeft dus niet per se. Dat hangt ook van andere factoren af. En sommigen daarvan blijven gelijk, of je nu wel of niet gescheiden of alleenstaand bent. Bovendien, een belangrijk bonus in bovenstaande optelsom is hoe je als ouder(s) omgaat met de scheiding of alleenstaand ouderschap. Dat lijkt mij een fijnere boodschap om te ontvangen maar ook om te brengen.

Nou, het is een langer verhaal geworden dan ik bedacht had. Misschien heb je er wat aan, maar het is in ieder geval voor mijzelf goed geweest er eens bij stil te staan.
Hartelijke groet,  Natascha Notten



Geen opmerkingen:

Een reactie posten